Hoe Zien Buitenaardse Beschavingen Eruit? De Kardashev-Schaal | Kurzgesagt

🎁Amazon Prime 📖Kindle Unlimited 🎧Audible Plus 🎵Amazon Music Unlimited 🌿iHerb 💰Binance

Video

Transcriptie

Het waarneembaar heelal is groot

en bestaat al meer dan 13 miljard jaar.

Tot twee biljoen sterrenstelsels met ongeveer 20.000 miljard miljard sterren

omringen ons sterrenstelsel.

Alleen al in de Melkweg denken wetenschappers

dat er zo’n 40 miljard aardachtige planeten

in de bewoonbare zone van hun sterren zijn.

Als we naar deze cijfers kijken,

is het moeilijk voor te stellen dat er daar niemand anders is.

Het zou ons beeld van onszelf voorgoed veranderen als we anderen zouden vinden.

Alleen al weten dat het uitgestrekte heelal niet dood is,

zou onze kijk naar buiten verschuiven

en ons kunnen helpen onze irrelevante ruzies te overkomen.

Maar voordat we op zoek gaan naar nieuwe vrienden, of grote vijanden,

moeten we een vraag oplossen: waar zijn we eigenlijk naar op zoek?

In een universum zo groot en oud,

moeten we aannemen dat beschavingen miljoenen jaren van elkaar verwijderd zijn

en zich in verschillende richtingen en snelheden ontwikkelen.

Het zijn niet alleen afstanden tussen tientallen en honderdduizenden lichtjaren,

we zoeken ook beschavingen variërend van holbewoners tot supergeavanceerd.

We zoeken dus een conceptueel kader

om beter te kunnen denken en beter te kunnen zoeken.

Zijn er universele regels die intelligente soorten volgen?

We hebben nu een steekproefomvang van slechts één,

dus we kunnen foute aannames maken die uitsluitend op onszelf zijn gebaseerd.

Toch beter dan niets.

Mensen begonnen met slechts verstand en handen gereedschappen te bouwen.

Mensen zijn nieuwsgierig, competitief, gulzig naar hulpbronnen en expansief.

Hoe meer van deze kwaliteiten onze voorouders hadden,

hoe succesvoller ze waren in het bouwen van beschavingen.

Eén zijn met de natuur is leuk,

maar het is niet de weg naar irrigatiesystemen, buskruit, of steden.

Je kunt dus gerust aannemen dat buitenaardse wezens,

die hun thuisplaneet kunnen overnemen ook deze eigenschappen hebben.

En als buitenaardse wezens dezelfde natuurkundige wetten moeten volgen,

dan is er een meetbare maatstaf voor vooruitgang: energieverbruik.

Menselijke vooruitgang kan goed worden gemeten

aan hoeveel energie we uit onze omgeving hebben gehaald

en hoe we die gebruiken om dingen te doen.

We begonnen met spierkracht, totdat we leerden vuur te beheersen.

Daarna maakten we machines die energie uit water en wind haalden.

Toen de machines beter werden en onze kennis van materialen,

gingen we de energie benutten van dode planten die we opgroeven.

Toen ons energieverbruik exponentieel groeide,

namen ook de mogelijkheden van onze beschaving toe.

Tussen 1800 en 2015 nam de bevolking met een factor 7 toe,

terwijl we 25 keer meer energie verbruikten.

Het is aannemelijk dat deze scheefgroei tot in de verre toekomst zal doorgaan.

Op basis hiervan ontwikkelde wetenschapper Nikolai Kardashev

een methode om beschavingen te categoriseren,

van grotbewoners tot goden die over sterrenstelsels heersen:

de Kardashev-schaal;

een manier om beschavingen in te delen op basis van hun energieverbruik.

De schaal is in de loop van de decennia verfijnd en uitgebreid,

maar beschavingen worden grofweg in 4 categorieën ingedeeld.

Een Type 1-beschaving kan de energie van hun planeet gebruiken.

Een Type 2-beschaving is in staat

om de energie van hun ster en planetenstelsel te gebruiken.

Een Type 3-beschaving kan de energie van hun melkwegstelsel gebruiken.

Een Type 4-beschaving kan de energie van meerdere sterrenstelsels gebruiken.

Deze niveaus verschillen per orde van grootte.

Denk aan een mierenkolonie die je vergelijkt met een grootstedelijk gebied.

Voor mieren zijn wij complex en krachtig en we zouden goden kunnen zijn.

Dus om het bruikbaarder te maken, hebben we subcategorieën nodig.

Aan de onderkant zijn er Type 0 tot Type 1 beschavingen:

Alles van jagers/verzamelaars

tot iets wat wij de komende honderden jaar zouden kunnen bereiken.

Deze beschavingen kunnen zelfs al volop aanwezig zijn in de Melkweg.

Maar een beschaving die niet actief radiosignalen de ruimte inzendt,

kan zo dichtbij zijn als de naaste buur: het Alpha Centauri-systeem,

en we zouden op geen enkele manier kunnen weten dat ze bestaan.

Zelfs als ze radiosignalen zenden zoals wij, is het wellicht niet bruikbaar.

Op interstellaire schaal is de mensheid nagenoeg onzichtbaar.

Onze signalen kunnen zich uitstrekken over 200 lichtjaar,

maar dit is slechts een klein deel van de Melkweg.

En zelfs als iemand zou luisteren,

vervallen onze signalen na een paar lichtjaren in ruis,

onmogelijk te identificeren als de bron van een intelligente soort.

Wij staan nu op ongeveer 0,75 in die schaal.

We hebben onze planeet veranderd: grote bouwwerken gemaakt,

bergen ontgonnen en gestript,

regenwouden verwijderd en moerassen drooggelegd.

We hebben rivieren en meren gemaakt

en de samenstelling en temperatuur van de atmosfeer veranderd.

Als de vooruitgang doorgaat en we de aarde niet onbewoonbaar maken,

zullen we in een paar 100 jaar een volledige Type 1-beschaving worden.

Elke beschaving die een Type 1 wordt, zal ongetwijfeld verder kijken,

omdat het nog steeds nieuwsgierig,

competitief, hebzuchtig en expansionistisch is.

De volgende stap op weg naar de overgang naar Type 2

is om andere planeten en lichamen te veranderen en te ontginnen.

Dit kan beginnen met buitenposten in de ruimte,

infrastructuur en industrieën vlakbij de thuisplaneet,

naar kolonies gaan en het terravormen van andere planeten,

door hun atmosfeer, rotatie of positie te veranderen.

Naarmate een beschaving zich uitbreidt en meer spullen en ruimte gebruikt,

stijgt het energieverbruik met hen mee,

dus kunnen ze beginnen aan het grootste project

dat een lagere Type 2-beschaving kan aannemen:

de energie van hun ster benutten door een Dyson Zwerm.

Zodra deze megastructuur is voltooid,

is er onbeperkt energie om het eigen stelsel naar eigen inzicht te vormen.

Als ze nog steeds nieuwsgierig, competitief, gretig en expansief zijn,

en volledige controle hebben over hun zonnestelsel,

de sterreninfrastructuur en de energie-output van een ster,

dan verlegt men de grens naar andere sterren, lichtjaren verder.

Voor een Type 2-beschaving kan de afstand tot andere sterren

aanvoelen zoals de afstand tussen de aarde en Pluto dat nu doet:

Technisch binnen handbereik,

maar alleen met enorme investeringen in tijd, vindingrijkheid en middelen.

Dit begint hun overgang naar Type 3.

Deze stap gaat zo ver boven onze pet dat het moeilijk voor te stellen is

hoe deze uitdagingen er uit zullen zien en worden opgelost.

Zullen zij een oplossing kunnen vinden

voor de enorme afstanden en reistijden van honderden of duizenden jaren?

Zullen ze kunnen communiceren en een gedeelde cultuur en biologie behouden

tussen kolonies die lichtjaren van elkaar verwijderd zijn?

Of zullen ze opsplitsen in afzonderlijke Type 2-beschavingen?

Misschien zelfs verschillende soorten?

Zijn er dodelijke uitdagingen tussen de sterren?

Dus hoe dichter een soort bij Type 3 komt, hoe moeilijker het wordt

voor te stellen hoe het er zou kunnen zijn.

Ze kunnen nieuwe fysica ontdekken,

donkere materie en energie begrijpen en beheersen,

of sneller dan het licht reizen.

We kunnen misschien niet hun motieven, technologie en acties begrijpen.

Mensen zijn de mieren die proberen de galactische grote stad te begrijpen.

Een hoge Type 2-beschaving

vindt ons misschien al te primitief om zelfs maar mee te praten.

Een Type 3-beschaving kan hetzelfde voelen

als de bacteriën die op de mierenhoop leven.

Misschien zouden ze ons niet eens als levend beschouwen,

of onze overleving relevant vinden.

We kunnen alleen maar hopen dat het aardige goden zijn.

Maar de schaal hoeft hier niet te eindigen.

Sommige wetenschappers denken dat er misschien Type 4 en 5 beschavingen zijn,

waarvan de invloed zich uitstrekt over (super)clusters van sterrenstelsels,

structuren die duizenden sterrenstelsels en biljoenen sterren omvatten.

Uiteindelijk zou er een Type Omega-beschaving kunnen zijn

die het hele heelal kan manipuleren, en mogelijk ook andere.

Type Omega-beschavingen zouden de werkelijke scheppers

van ons universum kunnen zijn, wat ons begrip te boven gaat.

Misschien verveelden ze zich gewoon.

Hoe gebrekkig deze classificatie is,

dit gedachte-experiment vertelt ons al interessante dingen.

Als onze ideeën over de aard van soorten die interstellaire beschavingen vormen

min of meer correct zijn, dan kunnen we er zeker van zijn

dat er geen Type 3-beschavingen en hoger rondom de Melkweg zijn.

Hun invloed zou zo allesomvattend zijn,

en hun technologie ver boven de onze, dat we ze niet zouden kunnen missen.

In de melkweg zou veel activiteit moeten zijn in duizenden sterrenstelsels.

We zouden hun bouwwerken moeten kunnen zien

of hun bewegingen tussen verschillende delen van hun rijk.

Zelfs als er in het verleden een Type 3-beschaving bestond

en een mysterieuze dood stierf,

zouden we overblijfselen van hun rijk moeten kunnen ontdekken.

Maar wetenschappers vonden geen overblijfselen van geoogste sterren,

rottende megastructuren of littekens van grote interstellaire oorlogen.

Dus ze zijn er waarschijnlijk nooit geweest.

In zekere zin is dit verdrietig, maar ook geruststellend.

Het laat de melkweg aan ons en anderen die op ons lijken.

De meest veelbelovende beschavingen om naar te zoeken

bevinden zich ergens tussen Type 1.5 tot Type 2.5.

Ze zouden niet te geavanceerd zijn om hen en hun motieven te begrijpen.

Ze hebben misschien hun eerste megastructuren

en zijn zich misschien aan het verplaatsen tussen sterren,

en grote hoeveelheden informatie de ruimte in te sturen,

per ongeluk of met opzet.

Ze zouden vast ook naar de sterren kijken en anderen zoeken.

Maar misschien hebben we het mis.

Misschien betekent vooruitgang naar Type 2 niet naar buiten uitbreiden,

en zijn we nog te onvolwassen om ons iets anders voor te stellen.

We weten alleen dat we nog niemand hebben gezien.

Maar we zijn nog maar net begonnen met zoeken.