Vinton Cerf en Robert Kahn hebben het internet uitgevonden om een wereldwijd netwerk van computers te creëren voor communicatie en informatie-uitwisseling. | Kurzgesagt

🎁Amazon Prime 📖Kindle Unlimited 🎧Audible Plus 🎵Amazon Music Unlimited 🌿iHerb 💰Binance

Video

Transcriptie

Heb jij je ooit afgevraagd wie eigenlijk het internet heeft uitgevonden?

Sommige mensen zijn zillionaires geworden dankzij het internet.

Maar alles wat zij gedaan hebben, is het uitvinden van slimme manieren om het internet te gebruiken.

Dus de persoon die het internet heeft “uitgevonden” zou gazillionaire moeten zijn.

gelijk aan, laten we zeggen, een God, toch?

Maar wie zou de eer dan moeten krijgen?

Was het een Britse “geek” in een Zwitsers ondergronds lab?

Misschien.

Slimme Amerikanen bedreigd door een nucleaire vernietiging door de Russen?

Goed idee.

Franse wetenschappers die besloten hun computer netwerken “Le Internet” te noemen?

Interessant.

Of was het dankzij een groot aantal slimme wetenschappers die werkten aan iets

waarvan zij dachten dat het handig was, maar niet realiseerden dat het zo groot zou worden.

Nou, laten we proberen wat feiten op een rij te zetten.

Er is het internet, een hele boel computers aan elkaar verbonden,

en er is het Wereld Wijde Web, een manier om het makkelijker te maken

informatie te delen met het gebruik van al deze computers.

Het internet zoals we het vandaag kennen werd “gemaakt” over een periode van 40 jaar.

Een populair maar verkeerd verhaal is dat het internet was ontwikkeld door de VS

zodat ze een manier van communicatie hadden dat een nucleaire oorlog zou overleven.

Volgens één van de oprichters van het eerste netwerk, het ARPANET, in de jaren 60,

ging dit eerste netwerk experiment helemaal niet over communicatie;

het ging namelijk om het optimaliseren van processor gebruik, of “time-sharing”,

wat in principe inhoudt dat wetenschappers computer vermogen ook konden delen.

Dat was namelijk omdat tot de jaren 60 er simpelweg geen netwerk was - je had grote machines

mainframes genoemd, die in een kamer stonden en computer taken uitvoerden,

één voor één.

Met “time-sharing”, konden deze giganten meerdere taken tegelijk uitvoeren,

wat betekende dat hun vermogen gebruikt kon worden door meerdere wetenschappers tegelijk.

En, vanzelfsprekend, als je computers gaat verbinden,

begin je je af te vragen wat je moet doen

om de communicatie makkelijker te maken.

Wetenschappers over de wereld probeerden dit probleem op te lossen.

Dus laten we kijken naar andere belangrijke ideeën die ergens anders werden ontwikkeld.

Om te beginnen met “packet switching”.

In Groot-Brittannië was er een commercieel netwerk ontwikkeld door

het “National Physical Laboratory”, maar het werd nooit echt een succes,

omdat ze geen financiering kregen.

Maar ze kwamen wel op het idee van “packet switching”, een manier om opstopping te voorkomen

in drukke netwerken door de data “in stukjes te hakken” en aan het einde

weer bij elkaar te stoppen.

De Fransen speelden ook een rol.

Zij waren bezig met het werken aan een wetenschappelijk netwerk genaamd CYCLADES,

maar ze hadden geen groot budget, dus ze besloten te werken aan directe verbindingen

tussen computers, in tegenstelling tot computers met een toegangspoort.

Nou dit, even terzijde, is niet erg wetenschappelijk,

maar volgens een theorie, is een afleiding van hun onderzoek het woord “internet”.

Maar dat hoef je niet te geloven, als je dat niet wilt.

Dus, nu is het vroeg in de jaren 70.

Er is aardig veel computer infrastructuur, maar communicatie

is raar en onbetrouwbaar, omdat verschillende netwerken niet met elkaar kunnen praten.

TCP/IP lost dit probleem op.

De TCP/IP protocols vormen de algemene communicatietaal van het internet,

die de datapakketten labelt, en er voor zorgt dat

ondanks dat stukjes data een andere weg volgen

ze altijd zullen arriveren op hun bestemming en dan weer in elkaar gezet kunnen worden.

Netwerken begonnen pas echt te communiceren met elkaar in 1975,

dus je zou kunnen zeggen dat dat het begin is van het internet.

E-mail was ook erg belangrijk.

Het was ontwikkeld voor ARPANET in 1972.

Het meeste verkeer over het internet in 1976 was email, omdat academici dachten

dat elektronische post-it notities extreem gaaf waren.

Met netwerken die tegen elkaar konden praten, werd communicatie een stuk eenvoudiger.

Maar al deze communicatie was gebaseerd op tekst, en het was behoorlijk lelijk om naar te kijken.

In de jaren 80, was er een Brit genaamd Timothy Berners-Lee

die tijd stak in CERN, de Europese Organisatie voor Nucleair Onderzoek,

waar natuurkundigen proberen te achterhalen waar het universum van is gemaakt.

Hij wilde de informatie van de onderzoekers beheren, en het mogelijk maken

om hun werk eenvoudig te delen en te verspreiden,

wat vooruitgang zou opleveren.

Hij deed dit door een interface uit te vinden die gebruik maakt van HTTP, HTML en URL’s

dat maakte internetbrowsers mogelijk.

Hij noemde zijn browser het World Wide Web.

Dus hij vond het internet niet uit, maar hij vond het web uit.

De eerste website die hij maakte, was op CERN in Frankrijk in Augustus 1991.

Dus, zodra de infrastructuur op zijn plaats was,

waren de belangrijkste technologieën uitgevonden,

en internet “berichtenborden” explodeerden in de jaren 80,

telefoonbedrijven zagen commerciële mogelijkheden in digitale communicatie,

webbrowsers verspreiden zich als een lopend vuurtje in de vroege jaren 90,

en gewone mensen ontdekten email,

toen breidde het internet zich snel en voortdurend uit

en werd bruikbaar door de massa rond 1995.

Wacht even, heeft de Amerikaanse President Al Gore het internet niet uitgevonden?

Zucht … nee.

En als je precies leest wat hij zei, dan weet je dat hij nooit heeft geclaimd dat te doen.

Maar veel mensen geven hem eer voor het energievol doorvoeren van wetten

die de verspreiding van het internet aanspoorden.

Het internet bestaat omdat we willen communiceren,

en de meeste van ons genieten daar van.

Dat is waarom mensen de dominante levensvorm op aarde zijn geworden.

Je zou kunnen zeggen dat het internet een natuurlijke evolutionaire stap is,

en een uiting van die noodzaak.

Het is niet uitgevonden door iemand in het bijzonder,

maar toen de puzzelstukjes bij elkaar gebracht werden door deze coole wetenschappers

van overal ter wereld, en het internet werd een middel om te communiceren,

te verkopen, om wetenschap, propaganda en spionage mee te bedrijven,

te winkelen, te daten, te vermaken,

en een manier om te ontkomen aan werk, terwijl het lijkt alsof je aan het werken of studeren bent,

wat je nu misschien wel aan het doen bent.

Tenslotte, hoe dan ook, ben je vooral aan het communiceren als je een reactie achter laat,

en dat maakt je misschien wel een beter mens.

Ondertiteling met liefde verzorgd door Maarten.