Video
Transcriptie
De wereld waarin we leven voelt normaal, alledaags.
Het is net alsof dit gewoon is
hoe mensen bestaan en altijd bestaan hebben.
Dat is het echter niet.
Nooit eerder hebben wij mensen in een wereld geleefd, die zo geavanceerd
en aan onze behoeften aangepast is als nu.
Dat geeft ons de luxe gedachteloos te zijn
en ons niet zorgen te hoeven maken over overleving.
Voedsel, onderkomen en veiligheid
zijn meer of minder vanzelfsprekend.
Maar wij zijn de uitzonderingen,
voor meer dan 99,99% van de menselijke geschiedenis
was het leven volkomen anders.
En er is niet zoiets als maar één menselijke geschiedenis.
[Vertaling door Tijmen Huijting {tijmengineer]
Onze geschiedenis begint 6 miljoen jaar geleden,
toen de stam van de Hominini zich splitste
en ons verwantschap met de mensaap eindigde.
2,8 miljoen jaar geleden ontstond het geslacht Homo,
de eerste mensen.
Wij zien onszelf graag als de enige mensen,
maar dit is verre van de waarheid.
Toen wij, Homo sapiens sapiens,
200.000 jaar geleden ontstonden,
waren er minstens 6 andere soorten mensen.
Neven met vergelijkbare intelligentie en bekwaamheid,
die ongelooflijk eng geweest moeten zijn.
Alsof we met aliens zouden leven.
Sommigen van hen waren zeer succesvol,
Homo erectus bijvoorbeeld, overleefde 2 miljoen jaar.
10 keer zo lang als de moderne mens bestaat.
De laatsten van de andere soorten mensen
verdwenen zo’n 10.000 jaar geleden.
We weten niet waardoor ze uitstierven.
De moderne mens heeft minstens een paar procent DNA
van Neanderthalers en andere soorten mensen,
dus er heeft wat menging plaatsgevonden,
maar zeker niet genoeg om de soorten te verenigen.
We weten dus niet of onze neven verdwenen
omdat ze de strijd om grondstoffen verloren,
of dankzij een aantal kleine genocides.
Hoe dan ook, alleen wij zijn nog over.
Terug naar het begin van de mensheid.
2,8 miljoen jaar geleden gebruikten de
vroege mensen werktuigen,
maar ze hebben bijna 2 miljoen jaar lang
niet zo veel vooruitgang geboekt.
Totdat ze het vuur leerden te beheersen.
Vuur betekende koken,
wat voedsel voedzamer maakte,
wat weer heeft bijgedragen aan de ontwikkeling
van onze hersenen.
Het zorgde ook voor licht en warmte,
wat de dagen langer en de winters verdraagzamer maakte.
Daarbovenop jaagde het niet alleen roofdieren weg;
het kon ook gebruikt worden bij het jagen.
In brand gestoken bossen of weiden leverden kleine dieren,
noten en knolgewassen, die al geroosterd waren.
Vanaf 300.000 jaar geleden leefden de meesten
van de menselijke soorten in kleine
jager-verzamelaarsgemeenschappen.
Ze hadden vuur, houten en stenen werktuigen,
planden voor de toekomst,
begroeven hun doden en hadden eigen culturen.
Maar het belangrijkste is: ze spraken met elkaar.
Waarschijnlijk in een soort oertaal,
die minder complex is dan de onzen.
Als we een tijdmachine hadden,
hoe ver terug in de tijd zouden we dan
kunnen gaan, om een paar baby’s te stelen
en die vandaag de dag op te voeden,
zonder dat iemand merkt dat ze… een beetje anders zijn?
Daarover wordt veel gediscussieerd.
Anatomische moderne mensen ontstonden
200.000 jaar geleden, maar waarschijnlijk
is 70.000 jaar geleden het verste dat we
zouden kunnen gaan om nog
iemand met het gedrag van een moderne mens
mee te kunnen nemen.
Voor die tijd misten de baby’s waarschijnlijk een paar belangrijke
genmutaties, die nodig zijn voor het
begrijpen van moderne taal en abstract denken.
Ergens voor 50.000 jaar geleden was er
een explosie aan innovatie.
Werktuigen en wapens werden geavanceerder
en de cultuur werd complexer,
omdat mensen hier een multifunctioneel brein
en een geavanceerdere taal kregen, om informatie
efficiënter en gedetailleerder met elkaar te delen.
Dit maakte nauwere samenwerking mogelijk, en
is wat ons volkomen onderscheidt van elk ander
levend wezen op aarde.
Niet onze betrekkelijk zwakke lichamen en slechtere zintuigen,
maar het vermogen om flexibel samen te werken in grote groepen
in tegenstelling tot bijvoorbeeld stugge bijenkorven,
of intieme, maar kleine wolvenroedels.
Toen onze hersenen evolueerden, begonnen we iets te kunnen
wat levende wezens daarvoor nog niet gelukt was:
-
Kennis snel uitbreiden.
-
De verkregen kennis over generaties bewaren.
-
Voortbouwen op eerder verkregen kennis,
om nog diepere inzichten te krijgen.
Dat klinkt dom, maar tot die tijd moest informatie van generatie
op generatie worden doorgegeven, voornamelijk
door middel van genetica,
wat niet efficiënt is.
Desalniettemin verliep het menselijke leven de volgende
40.000 jaar min of meer hetzelfde.
Er was weinig om op voort te bouwen.
Onze voorouders waren slechts één dier onder velen.
Een wolkenkrabber bouwen zonder te weten
wat een huis is, is moeilijk.
Maar hoewel het makkelijk is om arrogant te zijn
tegenover onze voorouders, zou dit onwetend zijn.
Mensen van 50.000 jaar geleden waren overlevingsdeskundigen.
Ze kenden een gedetailleerde kaart van
hun territorium uit hun hoofd,
hun zintuigen waren op hun omgeving afgestemd,
en ze kenden een grote hoeveelheid informatie
over platen en dieren.
Ze konden ingewikkelde werktuigen maken,
waar jaren oefening en veel talent voor nodig waren.
Hun lichamen waren vergelijkbaar met onze huidige atleten
alleen al vanwege hun dagelijkse routines
en ze hadden een uitgebreid sociaal leven
binnen hun stam.
Voor het overleven waren zo veel vaardigheden nodig,
dat het gemiddelde hersenvolume
van de vroege moderne mens misschien nog wel
groter was dan die van ons.
Als groep weten we nu meer, maar als individuen
waren onze voorouders superieur aan ons.
Maar zo’n 12.000 jaar geleden ontwikkelde de mens
op verschillende plaatsen tegelijk de landbouw.
Alles veranderde erg snel.
Daarvoor vereiste het overleven als jager-verzamelaar
buitengewone lichamelijke en geestelijke vaardigheden,
op alle gebieden, van iedereen.
Met het begin van het landbouwtijdperk konden individuen
steeds meer op de vaardigheden van anderen rekenen
voor overleving.
Dat hield in dat sommigen van hen zich konden specialiseren.
Misschien werkten ze aan betere werktuigen, misschien
zochten ze naar resistentere planten of beter vee.
Misschien begonnen ze dingen uit te vinden.
Toen landbouw efficiënter werd,
begon wat wij beschaving noemen.
De landbouw gaf ons een betrouwbare en voorspelbare
voedselbron, waardoor mensen voor het eerst
op grote schaal voedsel konden bewaren,
wat veel makkelijker is met granen dan met vlees.
Het vee had bescherming nodig, wat ervoor zorgde dat
mensen in gemeenschappen dichter bij elkaar leefden.
De eerste simpele verdedigingswerken werden gebouwd.
Er kwam meer behoefte aan organisatie.
Hoe georganiseerder we werden, des te
sneller werden dingen efficiënt.
Dorpen werden steden, steden werden koninkrijken,
koninkrijken werden imperia.
Verbindingen tussen mensen explodeerden, wat het
mogelijk maakte kennis te delen.
De voortgang werd exponentieel.
Zo’n 500 jaar geleden begon de wetenschappelijke revolutie.
Wiskunde, natuurkunde, astronomie, biologie en chemie
veranderden alles dat we dachten te weten.
Vlak daarna kwam de Industriële Revolutie
en deze legde de basis voor de moderne wereld.
Terwijl onze efficiëntie exponentieel groeide,
konden meer mensen hun leven aan
de voortgang van de mensheid wijden.
Er kwamen steeds meer revoluties.
De uitvinding van de computer, zijn ontwikkeling
tot een medium dat we allemaal dagelijks gebruiken,
en de opkomst van het internet hebben onze wereld gevormd.
Het is moeilijk te begrijpen hoe snel dat alles gebeurd is.
Er zijn ongeveer 125.000 generaties geweest
sinds de eerste menselijke soorten;
zo’n 7.500 generaties sinds de psychologisch
moderne mens het daglicht zag;
500 generaties geleden begon dat, wat wij beschaving noemen;
20 generaties geleden leerden we hoe we
wetenschappelijk onderzoek konden doen;
en het internet werd voor de meeste mensen
pas één generatie geleden beschikbaar.
Vandaag leven we in de meest welvarende tijd
die de mensheid ooit heeft gezien.
We hebben deze planeet veranderd,
van de samenstelling van zijn atmosfeer
tot grootschalige veranderingen aan zijn landschap,
en ook wat betreft de andere bestaande dieren.
We verlichten de nacht met kunstmatige sterren
en sturen mensen in een metalen doos de lucht in.
Sommigen hebben zelfs op onze maan gewandeld.
We hebben robots op andere planeten gezet,
we hebben diep in de geschiedenis van het universum gekeken
met mechanische ogen.
Onze kennis en onze manieren om deze
te verkrijgen en op te slaan zijn geëxplodeerd.
Een doorsnee scholier weet vandaag meer van het universum
dan een geleerde van een paar eeuwen geleden.
Mensen domineren deze planeet,
ook al is onze heerschappij erg breekbaar.
We verschillen nog steeds niet erg van onze
voorouders van 70.000 jaar geleden,
maar jouw levensstijl heeft pas bestaan voor
minder dan 0,001% van de menselijke geschiedenis.
We kunnen niet zeggen wat de toekomst
voor ons in petto heeft.
We zijn een wolkenkrabber aan het bouwen,
maar we weten niet zeker of hij op een stevige
ondergrond staat, of dat we hem op drijfzand bouwen.
Laten we het daar maar bij laten.
De volgende keer dat je je trein mist,
je hamburger niet warm genoeg is of iemand voordringt,
vergeet dan niet hoe bijzonder deze
gemaakte menselijke wereld eigenlijk is.
Misschien is het het niet waard om
overstuur te zijn om al deze kleine dingen.
geschiedenisgerelateerde video te maken.
We zouden er graag meer maken, maar ze kosten
nog meer tijd dan onze gewone video’s.
We gaan er misschien 3 of 4 per jaar doen.
Je feedback is hier erg welkom.
Heel erg bedankt voor het kijken en als je
ons direct wilt steunen kun je dat doen
via Patreon, het helpt ons enorm.
Terwijl je erover nadenkt, zijn hier meer
video’s, mocht je nog meer afleiding nodig hebben.