Video

Transcriptie

GGO’s zijn één van de meest controversiële gebieden in de wetenschap.

Genetische modificatie wordt gebruikt in vele gebieden,

maar ook al zijn medische toepassingen zoals genetisch gemodificeerde insuline grotendeels geaccepteerd,

er bestaat nog steeds discussie wanneer het aankomt op voedsel en landbouw.

Waarom is dat zo?

Waarom wordt hetzelfde principe zo anders behandeld?

Laten we dat uitzoeken en de feiten, de angsten en de toekomst van GMO’s verkennen.

Wat is natuurlijk?

Mensen zijn al duizenden jaren bezig met het genetisch modificeren van dieren en planten.

Misschien hadden een paar van jouw oogsten een goede opbrengst?

Misschien was een van je wolven extra loyaal?

Dus pakte je het slim aan en fokte je verder met de planten en dieren die voor jou voordelige eigenschappen hadden.

Eigenschappen zijn gewoon een uitdrukking van genen.

Dus met elke generatie komen die genen vaker voor.

Na duizenden jaren is bijna iedere plant en bijna ieder dier anders dan in hun pre-gedomestificeerde staat.

Als mensen al millennia lang bezig zijn met het veranderen van genen,

Wat maakt een zogenaamd ‘genetisch gemodificeerd organisme’ - ofwel GGO - dan zo anders?

Selectief fokken is eigenlijk hopen op gelukstreffers.

Genetisch modificeren elimineert deze geluksfactor.

We kunnen de eigenschappen kiezen die we willen.

We kunnen fruit groter laten groeien, planten immuun maken voor ongedierte en meer.

Dus waarom maken mensen zich hier zorgen over?

Zijn GGO’s slecht?

Laten we beginnen met het meest voorkomende bezwaar tegen GGO’s.